Hoge Raad stapt af van categorisch onderscheid tussen primaire dekkingsomschrijving en preventieve garantie
Op 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan voor het verzekeringsrecht. De Hoge Raad stapt hierin af van eerdere jurisprudentie over de toepassing van de redelijkheid en billijkheid bij verzekeringsovereenkomsten. Op basis van het Valschermzweeftoestel-arrest van de Hoge Raad uit 2006 gold jarenlang dat bij een polisbepaling die kwalificeert als een "primaire dekkingsomschrijving" de ruimte voor een beroep op de redelijkheid en billijkheid beperkt was. Voor een beroep op de redelijkheid en billijkheid kon namelijk geen grond zijn het ontbreken van verband tussen de gelding van de polisbepaling en de ingetreden schade. Dit was daarentegen wel het geval bij een andere type polisbepaling, de "preventieve garantie". De Hoge Raad heeft nu dit categorisch onderscheid afgeschaft. In plaats daarvan hangt de vraag of het ontbreken van verband tussen de gelding van de polisbepaling en de schade maakt dat het beroep op de polisbepaling afstuit op de redelijkheid en billijkheid, voortaan af van een open en inhoudelijke afweging op basis van diverse gezichtspunten die op voorhand geldt voor welke polisbepaling dan ook.